Mobiliteit tijdens een leerperiode is een van de hoogste prioriteiten van het Strategisch framework Onderwijs en Training 2020 (2009/C 119/02) en het Brussels Communiqué die samen het Europese beleid voor MBO onderwijs uitzetten.

Om mobiliteit daadwerkelijk effectief te maken, moeten alle learningoutcomes die door studenten die naar het buitenland zijn gegaan, voor zowel praktijk als theorieles, erkent worden door de school in eigen land.

Dit project zal een tool ontwerpen die de mobiliteit van studenten ontwerpt om te helpen bij de validatie van de kennis, kunde en competenties die de student heeft opgedaan tijdens zijn verblijf in het buitenland voor een bepaalde lesperiode.

Het project heeft twee stappen:

  1. Een Mobiliteitshandboek (MH) ontwerpen voor iedere school. Het MH bevat alle learningoutcomes (LO) van de betreffende school, gekozen door alle partners. Deze LO, samen met de tijdelijke planning, worden opgesteld in een Ganttchart, om zo een begrijpelijk overzicht te creëren van de wat er in ieders school gedoceert wordt én in de bedrijven, in het geval van het Duale systeem.
  2. Om een passende Mobility Tool te ontwerpen voor en door de samenwerkende scholen:
    1. De mobiliteitsmatrix; gebaseerd op de LO die beschreven worden in het MH. De partners ontwerpen een matrix van mogelijkheden die een hoogwaardig kwalitatief mobiliteitsontwerp oplevert.
    2. Om zeker te zijn van de kwaliteit van de mobiliteit, zijn twee overeenkomsten opgesteld:

b.1) een intentie overeenkomst

b.2) een algemene leeruitkomsten overeenkomst

De mobiliteit van de scholen zal transparantie tussen de verschillende lesonderdelen creëren. Dit zal het vergemakkelijken om overeenstemming te vinden over de beide overeenkomsten, die ondertekend moeten worden door de betreffende scholen.

De kern van dit handboek is dat het hoofddocenten in hun kracht zet om mobiliteitsvraagstukken omtrent hun studenten op een goede manier op te lossen. Dit door de studenten alleen de leeronderdelen te laten kiezen die hun interesse heeft, onafhankelijk of deze twee andere onderwerpen of specialiteiten betreffen. Industriële Maintenance als werkveld staat altijd centraal in de specialiteiten.

Na het project verwachten we een verhoogd aantal studenten in de mobiliteit, dankzij de ontworpen tools om de mobiliteit beter te organiseren en een hogere kwaliteit te kunnen garanderen. Op deze manier wordt het gemakkelijker om de vereiste competenties te valideren.
Tevens verwachten we een verhoogde transparantie in educatie en trainingsprogramma’s. Aan het eind van het project verwachten we tevens om andere scholen met dezelfde specialisaties te kunnen betrekken bij dergelijke mobiliteitsprojecten.

Het project zal worden uitgevoerd door 6 bekende MBO scholen uit 6 verschillende landen, en twee bedrijven: een ondernemersvereniging en een onderwijsconsortium, allen met ervaring met het uitvoeren van Europese projecten.